HEERE, wat is de mens, dat U hem kent, de sterveling, dat U aan hem denkt?
Psalm 144 vers 3
Enkele jaren geleden kreeg ik een bijzonder cadeau: een tochtje in een klein vliegtuigje boven de Zwitserse Alpen. Hoe hoger we stegen, des te kleiner werden de auto’s, straten en huizen. Een imposante spoorbrug werd niet meer dan een streepje in het landschap.
God Die het heelal heeft geschapen, bekijkt onze kleine planeet vanaf nog veel hoger. Wat is de aarde in Zijn oog? Alles wat wij groot vinden, wat indruk op ons maakt, is voor Hem als niets. Dan komt de vraag op: ‘Hoe groot is Zijn belangstelling voor ons mensen eigenlijk?’
Daarop geeft de Bijbel een duidelijk antwoord. God heeft de wereld zó liefgehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven. Ieder die in Hem gelooft, in Jezus Christus, gaat niet verloren, maar ontvangt het eeuwige leven.
Hoewel wij niet meer dan een stofje aan Gods weegschaal zijn, heeft Hij ons oneindig lief. Dat bewees Hij door het offer van Zijn Zoon. God wenst ons als Zijn kinderen tot in eeuwigheid bij Zich te hebben. Zó groot is Zijn belangstelling voor ons! Is dat niet een onverdiend, onbegrijpelijk voorrecht?
Het dagboek bestellen?