Jezus zei tegen hem: De vossen hebben holen, en de vogels in de lucht nesten, maar de Zoon des mensen heeft niets waarop Hij het hoofd kan neerleggen.
Lukas 9 vers 58
Hij werd op de aarde niet hartelijk ontvangen. In de herberg was voor Hem geen plaats. Als wieg was er alleen maar een kribbe, een voerbak voor de dieren.
Van het begin af liep Zijn leven zelfs gevaar, zodat Jozef en Maria met Hem naar Egypte moesten vluchten.
Toen Hij dertig jaar was en de mensen van God begon te vertellen, wilden de leiders van de Joden Hem al snel uit de weg ruimen. Hun positie liep immers gevaar!
De volksmenigte wilde Hem van de steilte afwerpen. De mensen wilden Hem stenigen. Voor de Romeinse stadhouder Pilatus eiste het volk Zijn kruisiging. Ze wilden in plaats van Hem liever een moordenaar op vrije voeten hebben.
In de wereld was voor de Redder geen plaats! Een kruis – de plek van een uitgestotene –, dát was het enige wat de mens voor Hem overhad.
Wat een genade dat Hij ons toch nog de eeuwigheid bij Zich wil hebben!
Het dagboek bestellen?