En een van Zijn discipelen, die Jezus liefhad, lag aan in de schoot van Jezus.
Johannes 13 vers 23
Vlak voor Zijn sterven was de Heere Jezus met Zijn discipelen samen in de bovenzaal. Daar wordt voor de eerste keer gezegd dat de Heere Jezus Zijn discipel Johannes op een bijzondere wijze liefhad.
Het middelpunt van dit tafereel is de Heere Jezus. Zijn liefde kent geen grenzen. Ook Johannes die de liefde van de Meester genoot, was daar. Petrus was er, degene die de Heere Jezus zo vurig liefhad. Hij vertrouwde echter meer op zíjn liefde tot de Heiland, dan te rusten in de liefde van de Heere Jezus tot hem. Ook Judas was aanwezig, hij die geen enkele liefde voor de Meester kende. Hij beminde het geld. Met het verradersloon al in zijn zak, stond hij op het punt de nacht in te gaan.
Judas laat zien waartoe een mens in staat is: door een kus – een uiterlijk liefdebewijs! – verraadt hij de Heere Jezus om dertig zilverlingen te verdienen.
Voordat de Heere Jezus Zijn afscheidswoorden spreekt, moet Judas de zaal verlaten. De anderen mogen bij Hem blijven, naar Hem luisteren en op Hem zien. Wat een ontroerend tafereel!
Het dagboek bestellen?