Ik sla mijn ogen op naar de bergen, vanwaar mijn hulp komen zal. Mijn hulp is van de HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft.
Psalm 121 vers 1 en 2
In 1953 waren de dijken net doorgebroken. Het koude zeewater verdronk het land. Een eerste vliegtuig vloog over het rampgebied om de situatie op te nemen.
Voor de stukgeslagen kust voer een logger. Die had te veel diepgang om door de in de dijken geslagen gaten te varen. De stuurman voelde z’n machteloosheid en zei tegen zijn schipper: ‘Die kerels daarboven kunnen er ook niks op verzinnen’. De grijze zeeman antwoordde: ‘We moeten het vandaag nóg hoger zoeken, stuurman!’
Ja, onze hulp komt van de Heere. We mogen het in alle omstandigheden van onze God verwachten. Wat is het iets geweldigs om zo’n Helper te hebben!
In Psalm 118 vers 6 zegt de psalmist: “De Heere is bij mij, ik ben niet bevreesd. Wat kan een mens mij doen?”
We hoeven niet bang te zijn voor een mens, de duivel of het natuurgeweld. Onze God staat boven alles. Hij houdt alle dingen in Zijn sterke hand.
Ja, als de Almachtige ons te hulp komt, dan is toch alles goed?
Het dagboek bestellen?