Ja, U zult al hun zonden werpen in de diepten van de zee.
Micha 7 vers 19
Door Amersfoort stroomt de Eem. Eind mei 2019 was daar een visser bezig. Hij hengelde met een sterke magneet naar metalen voorwerpen die in het water liggen. De man viste een bazooka op, een draagbaar wapen waarmee raketten afgeschoten worden om tanks uit te schakelen.
Magneetvissers kunnen uren vertellen over wat ze allemaal tevoorschijn hengelen. Zo komt ook heel wat kwaad aan het licht, zoals wapens waarmee mensen elkaar kwaad hebben aangedaan. Maar zonden die door God vergeven zijn, krijgen ze nóóit boven water! Daarvoor liggen ze – zogezegd – te diep.
Het is een prachtige beeldspraak van de profeet: als iemand z’n zonden voor God belijdt, gooit God ze op de diepste plek van de oceanen in het water. Dat betekent: Hij vergeeft ze. En die vergeving is volledig en blijvend. God komt er nooit op terug. Hij gedenkt die zonden niet meer. Hij vergeeft immers van harte!
Is dat niet een aansporing om op onze knieën te gaan en elke zonde te belijden waarvan we ons bewust zijn? Omdat Christus het oordeel erover onderging, neemt God ze dan van ons weg.