Israëlitische mannen, luister naar deze woorden: Jezus de Nazarener, een Man Die u van Godswege aangewezen is door krachten, wonderen en tekenen, die God in uw midden door Hem gedaan heeft, zoals u ook zelf weet (…)
Handelingen 2 vers 22
In Engeland werden voor een onderzoek tweeduizend mensen opgebeld. Hun werden enkele vragen gesteld. De uitslag was opmerkelijk. Zo’n 60 procent van de volwassenen gelooft dat er wonderen gebeuren. Van de jongeren tot 25 jaar is zelfs driekwart daarvan overtuigd. Maar – en nu komt het opmerkelijkste, en ook het trieste – de helft van de mensen gelooft niet dat de Heere Jezus wonderen kon doen!
Petrus sprak vijftig dagen na de opstanding van Christus de Joden toe. Hij hield hun voor dat Godzelf had laten zien dat de Heere Jezus de beloofde Messias was. God had Hem als zodanig aangewezen door Hem vele wonderen te laten doen. Dat wisten de Joden. Er was er niet één die dat in twijfel trok. Wie het had geprobeerd, zou recht in z’n gezicht uitgelachen zijn. Vele duizenden waren immers door die Rabbi uit Nazareth van hun ziekten genezen! Nee, het bewijs was overduidelijk: de Heere Jezus is de Christus van God, de Redder van Israël en de hele wereld!
Het dagboek bestellen?