Als Ik het bloed zie, zal Ik u voorbijgaan.
Exodus 12 vers 13
Israël, het volk van God, leefde in slavernij. De farao van Egypte was een wrede heerser. Er was geen enkel uitzicht op bevrijding uit de macht van die despoot. Maar de grote God van Abraham, Izaäk en Jakob dacht aan Zijn volk en aan Zijn belofte aan de aartsvaders. Hij zou het oordeel over Egypte uitoefenen.
Volgens Zijn beoordeling zijn echter álle mensen zondaars, ook zij die tot Zijn volk behoren. Daarom zocht Hij een weg om de Israëlieten in veiligheid te brengen, zonder dat het oordeel hen zou treffen. Omdat alleen bloed, alleen onschuldig bloed verzoening kan bewerken, gaf God opdracht het paschalam te slachten. Het bloed moest aan de zijposten en bovendorpels van de deuren worden gestreken. Daarachter konden zij schuilen.
Als God het oordeel zou brengen, zou Hij elk huis waaraan Hij het bloed zag, voorbijgaan. Het ware Paschalam is Jezus Christus. Al vóórdat God de wereld maakte, had Hij Zijn Zoon als het Lam aangezien, als het Lam zonder gebreken. Door Zíjn bloed te laten stromen, wilde Hij mensen in veiligheid brengen voor het oordeel.
Het dagboek bestellen?