Doe alle dingen zonder morren en meningsverschillen, opdat u onberispelijk en oprecht zult zijn, kinderen van God, smetteloos te midden van een verkeerd en ontaard geslacht, waaronder u schijnt als lichten in de wereld.
Filippi 2 vers 14 en 15
De Bijbel verbiedt ons te vloeken, om Gods Naam te misbruiken. Grof in de mond zijn, ruwe taal uitslaan, is evenmin wat God van ons verwacht. Over het algemeen doen we dat toch ook niet? We willen toch niet onze Vader bedroeven?
De apostel zegt ons ook dat we niet moeten morren. Ontevredenheid en ondankbaarheid passen een christen niet. Mopperen we wel eens over het een of ander? Klagen we wel eens over wat we beleven? Laten we goed beseffen: ook dan bedroeven we onze Vader!
Als we onberispelijk en oprecht wensen te zijn – en daartoe worden we in de dagtekst toch opgeroepen –, horen we niet te mopperen en te klagen. De Heere Jezus heeft dat toch ook nooit gedaan? Hij is ons grote Voorbeeld.
We mogen onze zegeningen tellen. Nu al ontvangen we zoveel goeds. En zeker voor de eeuwigheid!
Het dagboek bestellen?