Deze vier zijn het kleinst op aarde, maar wijs zijn ze, wijs gemaakt: de mieren zijn een volk zonder kracht, maar in de zomer bereiden ze hun voedsel.
Spreuken 30 vers 24 en 25
Hydrozine heet voor de gewone man mierenzuur. Het is een bijtende vloeistof. Mieren, wespen en bijen gebruiken het bij de aanval en de verdediging. Het zit ook in de prikkelende haartjes van brandnetels.
Het mierenzuur bevat waterstof en koolstofdioxide. Studenten van de Technische Universiteit waren iets aan het uitdokteren. Achter een elektrische bus hingen ze een aanhangwagen. Daarop stond een installatie. Daarin werd het mierenzuur in de beide stoffen gesplitst. De waterstof werd gebruikt om stroom op te wekken. Zo reed de bus – op mierenzuur.
De wijze koning Salomo had al een groot compliment voor de mieren: ze zijn klein, maar zorgen voor hun voedsel.
Doen wij dat ook? Nee, niet ons brood en de warme hap. Zorgen we voor het voedsel voor onze zielen? Dat vinden we in de Bijbel, het Woord van God.
Lezen we dat dagelijks? En – wat minstens zo belangrijk is – denken we er dan ook echt over na?
Het dagboek bestellen?