Wij hebben niets de wereld ingedragen, het is duidelijk dat wij ook niets daaruit kunnen wegdragen.
1 Timotheüs 6 vers 7
In Loppersum werd twee jaar geleden aan het riool gewerkt. Aldwin Wals vond er een goudschat: bijna vijftig blinkende goudstukken uit de zestiende eeuw. Ooit zijn ze door de eigenaar in een kelder verstopt. In die tijd werden daar nogal wat oorlogen uitgevochten. Is de beste man of vrouw bij één daarvan omgekomen?
Als de eigenaar z’n goud wél had opgehaald, had hij er inderdaad nog wat van kunnen genieten. Maar toch alleen maar heel kort. Op het moment dat je sterft, maakt het helemaal niets meer uit of je miljonair was of grote schulden had. Uit dit leven kunnen we geen geld meenemen, de eeuwigheid in.
Wat kunnen we wel meenemen? De vrede met God. Die blijft bestaan. Ook de rust en blijdschap in onze harten. Het ware geluk in onze zielen: daar komt nooit een einde aan.
Al deze schatten ontvangen we als we in de Heere Jezus Christus geloven en Hij onze Redder en Heiland is geworden. Die rijkdom ontvangen we van God en die blijft ons eeuwig eigendom.
Het dagboek bestellen?