Laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt, terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof.
Hebreeën 12 vers 1 en 2
De Nederlandse naam voor een cheeta is een jachtluipaard. Het dier staat erom bekend dat het enorm hard kan lopen, wel 100 tot 120 kilometer per uur. Maar die snelheid houdt hij maar een halve minuut vast. Dan vertraagt hij alweer.
Het gaat om de volharding. We kunnen ons voornemen om de Heere Jezus te volgen. Dat is een prachtige insteek. Maar dan begint het: daarin moeten we volharden. Een goed begin is het halve werk, maar het héle werk is, als je ook goed eindigt.
Waarom kan een cheeta, al is het maar voor even, zo’n sprint maken? Omdat hij op zijn prooi gericht is. Wij worden opgeroepen ons oog op de Heere Jezus gericht te houden. Hij heeft het einddoel al bereikt. Hij staat aan de eindstreep van onze wedloop. Als we naar links of rechts kijken, worden we afgeleid. En als we achterom kijken, struikelen we. Nee, met het oog gevestigd op onze Heiland, kunnen we volhouden. Hij is al in de hemel aangekomen en wacht daar vol liefde op ons.
Het dagboek bestellen?