De slaaf blijft niet eeuwig in het huis; de zoon blijft er eeuwig. Als dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult u werkelijk vrij zijn.
Johannes 8 vers 35 en 36
Vandaag twee jaar geleden stapte een man een politiebureau in Australië binnen. In 1993 was hij uit de gevangenis ontsnapt. Hij had sindsdien in een buitenwijk van Sydney gewoond en als bouwvakker en klusjesman steeds zwart gewerkt. Hij was echter dakloos geworden en had bedacht dat een leven in de gevangenis veel makkelijker zou zijn. Hij kreeg wat hij wilde: onderdak, maar raakte zijn vrijheid kwijt.
God biedt alle mensen ‘onderdak én vrijheid’ aan! Door de Heere Jezus en Zijn sterven aan het kruis bevrijdt Hij allen die zich tot Hem bekeren, van de macht van de zonde.
En tegelijk geeft Hij ons het eeuwige leven en maakt Hij ons tot Zijn kinderen. Zoals de dagtekst het verwoordt: een slaaf komt wel regelmatig in het huis van zijn meester om daar te werken, maar hij woont er niet. De kinderen van de meester, die wonen er. Zij zijn er thuis.
Zo mogen wij als kinderen van God weten dat de hemel onze eeuwige woonplaats is.
Het dagboek bestellen?