Zijn vrouw, die achter hem liep, keek achter zich en werd een zoutpilaar.
Genesis 19 vers 26
Het gemiddelde zoutgehalte van het oceaanwater is 3,5 procent. Een zoutmeer in de Danakildepressie in Ethiopië heeft een gehalte van 43,3 procent, bijna twee keer zoveel als in de Dode Zee. De minst zoute zee is de Oostzee met op sommige plekken nog niet eens 1 procent. Het water in de zeeën wordt steeds zouter, omdat er door de rivieren wel zout uit de aarde naartoe stroomt, maar er geen zout uitgehaald wordt. Alleen het water verdampt.
De vrouw van Lot werd een zoutpilaar, omdat zij omkeek. God had gezegd: ‘Niet doen!’, maar ze deed het toch. Het was hebzucht. Ze kon haar goud en zilver niet loslaten.
Dwaas, want ze stond aan het einde van haar leven met lege handen. God haat de hebzucht. Zelf is Hij juist de grote Gever. Hij is niet uit op ontvangen en bezitten, maar op geven en uitdelen.
God biedt alle mensen fabelachtige schatten aan. Nee, niet aardse rijkdommen, want die vergaan zo snel, maar hemelse en eeuwigblijvende schatten. Door het geloof in de Heere Jezus worden die ons eigendom.
Het dagboek bestellen?