Jezus antwoordde en zei tegen hem: Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen naar hem toe komen en bij hem intrek nemen.
Johannes 14 vers 23
Vóór Zijn sterven sprak Christus met Zijn discipelen over de Vader. Ze hadden hun vragen.
Petrus vroeg: “Heere, waar gaat U heen?” De Heere Jezus zou naar het huis van de Vader gaan om daar voor hen plaats te bereiden.
Thomas begreep Hem niet: “Wij weten niet waar U heen gaat, en hoe kunnen wij de weg weten?” Christus legde hem uit dat Hijzelf de weg tot de Vader was, en ook de waarheid over Hem én het eeuwige leven.
Filippus had belangstelling: “Laat ons de Vader zien”. Wie de Heere Jezus had gezien, had de Vader gezien. Zijn liefde, genade, goedheid en zorg, maar ook Zijn macht: alles werd zichtbaar in het leven van de Zoon.
Ten slotte vroeg Judas, niet de verrader: “Heere, hoe komt het dat U Zichzelf aan ons zult openbaren en niet aan de wereld?” Alleen een hart dat Hem echt liefheeft, kan de openbaring van de Vader opnemen. Deze liefde is nauw verbonden met de gehoorzaamheid aan het Woord.
Het dagboek bestellen?