Toen Hij de menigte zag, was Hij innerlijk met ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren, zoals schapen die geen herder hebben.
Mattheüs 9 vers 36
Verschillende keren lezen we in de Evangeliën dat de Heere Jezus met ontferming over de mensen bewogen was. Hij had een diep medelijden met hen. Was dat niet één van de redenen waarom Hij was gekomen?
Hij zag de ellende, de innerlijke nood en verlorenheid van Zijn schepselen. Hij wist: het zijn de gevolgen van de zonde. In Zijn grote liefde was Hij bereid Mens te worden om de oorzaak van die beklagenswaardige toestand van de mens weg te nemen.
De eeuwige Zoon van God werd geboren en leefde dertig jaar nagenoeg onopgemerkt. Toen begon Zijn openbare dienst. Bij iedere stap die Hij deed, bewees Hij goedheid. Hij bekommerde Zich om de bedroefden, om de vertwijfelden, om de naar vrede zoekenden.
Op Golgotha straalden Zijn liefde en erbarmen het helderst. Hij ging daar vrijwillig voor anderen in de dood. Zelfs toen Hij al aan het kruis hing en één van de boosdoeners aan Zijn zijde om erbarmen smeekte, bewees Hij dat!
Het dagboek bestellen?