Hij [= Abraham] heeft aan de belofte van God niet getwijfeld door ongeloof, maar werd gesterkt in het geloof, terwijl hij God de eer gaf. Hij was er ten volle van overtuigd dat God ook machtig was te doen wat beloofd was.
Romeinen 4 vers 20 en 21
Aan de waterkant zat een visser. Hij keek naar zijn dobber en wachtte rustig tot een vis zou toehappen. Een man bleef bij hem staan en keek toe. Na een tijdje zei hij tegen de hengelaar: ‘Ik kan mij niets saaiers voorstellen dan hengelen’. De visser antwoordde: ‘Ik weet wel iets wat saaier is: toekijken’.
Heel wat mensen denken over het geloof in God net als die man. Ze staan erbij, kijken even en hebben dan hun oordeel klaar. Het verwondert dan ook niet dat ze zeggen: ‘Niets voor mij; ik kan mij niets saaiers voorstellen’.
Wie alleen maar toeschouwer blijft, zal altijd voor raadsels blijven staan. Gods Woord kan alleen worden begrepen als we het opvolgen en beleven. Het evangelie vereist een heel andere instelling, een nieuwe koers en een omkeer naar God. Dat houdt ook in dat je je eigen verloren toestand inziet en Hem je zonden belijdt. Dan laat God zien dat Hij de Redder is, dat Hij vergeeft en geloof schenkt.
Het dagboek bestellen?