U hebt mij in de onderste kuil gelegd, in duistere oorden, in diepten. Uw grimmigheid leunt op mij, U hebt mij neergedrukt door al Uw golven.
Psalm 88 vers 7 en 8
Laten we er vaak bij stilstaan wat onze Heiland moest doormaken. Hij leed enerzijds, tijdens Zijn leven, omdat Híj rechtvaardig was. Anderzijds leed Hij aan het kruis, omdat wíj zondaars waren.
Hij droeg onze zonden in Zijn lichaam op het hout. Hij kende geen zonde, maar werd voor ons tot zonde gemaakt. Toen God Hem had verlaten, riep Hij uit: “Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?” De oorzaak lag immers niet bij Hemzelf!
Wij die Hem als onze Verlosser hebben aangenomen, zeggen nu uit het diepst van ons hart: ‘Uit genade leed Hij, de Rechtvaardige, voor ons, de onrechtvaardigen. In die uren was Hij beladen met onze zonden in het oordeel van God. Ja, het was onze schuld voor God die Hem al dit lijden heeft aangebracht’.
Tijdens Zijn leven leed Hij van de kant van de mensen, omdat zij Zijn gerechtigheid niet konden verdragen. Maar als stervende Heiland leed Hij door Gods hand, omdat Hij de zonde niet kan verdragen, maar die moet oordelen.
Het dagboek bestellen?