Als wij kinderen zijn, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus.
Romeinen 8 vers 17
In de stad Glasgow was een schoonmaker aan het werk in de Royal Bank of Scotland. In de bezoekerslift trof hij een grote tas aan. Die had iemand laten staan. Er zaten bankbiljetten in. Dat bevreemdt niet in een bank. Maar wèl dat het om totaal 2,8 miljoen euro ging. Dat laat je toch niet zomaar staan? – Talloze mensen laten nog veel grotere schatten liggen. God biedt alle mensen aan om hen van straatarm zelfs schatrijk te maken.
Als een zondig mens door het geloof in de Heere Jezus gerechtvaardigd en met God verzoend wordt, als God hem dan het eeuwige leven en Zijn Geest geeft en hem tot Zijn eigen kind maakt, als hij als Gods kind dan ook een erfgenaam van God wordt en eeuwig bij Hem mag wonen in het heerlijke Vaderhuis, is hij dan niet echt schat- en schatrijk?
Je moet die schatten alleen niet laten liggen. Je moet Gods aanbod aangrijpen, met beide handen. Je moet je tot God bekeren en geloven dat de Heere Jezus ook voor jou aan het kruis het oordeel over de zonden onderging. Wie dat doet, ontvangt al deze schatten!
Het dagboek bestellen?