Welzalig is hij van wie de overtreding vergeven, van wie de zonde bedekt is.
Psalm 32 vers 1
Welzalig – dat wil zeggen: werkelijk blij en gelukkig – kan een mens alleen worden als hij weet: God heeft mij al mijn zonden vergeven.
Hij kan alleen dán zonden bedekken en wegdoen, als we het verkeerde in ons leven blootleggen en het Hem belijden, zonder onszelf te ontzien.
Zolang we onszelf met anderen vergelijken en dan tot de slotsom komen dat we nog lang niet zo slecht zijn als zij, zijn we niet bereid onze zonden te belijden. Dan zullen we Gods vergeving dus niet ervaren en ook niet werkelijk gelukkig kunnen worden.
Misschien weten we wel dat we hebben gezondigd, maar we proberen de zaak toe te dekken. We kunnen dat echter wel voor mensen verdoezelen, maar God is niet te bedriegen. Hij ziet alles en Hij verlangt dat we het open en eerlijk voor Hem uitspreken.
Welzalig worden we alleen als we geen enkele zonde verbergen en alles oprecht belijden. Dan kan God bedekken en vergeven, op grond van het offer dat Zijn eigen Zoon aan het kruis bracht. God heeft dat beloofd. Hij is trouw; Hij zal het ook doen.
Het dagboek bestellen?