De vrouw zag dat die boom goed was om ervan te eten en dat hij een lust was voor het oog, ja, een boom die begerenswaardig was om er verstandig door te worden; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en hij at ervan.
Genesis 3 vers 6
In het Engelse Bournemouth speelde een 3-jarig meisje in de tuin van de buren, onder een appelboom. Na een windvlaag viel een appel naar beneden, vlak naast haar in het gras. Hij was reusachtig groot: hij mat 40 centimeter en woog bijna een kilogram.
Was de verboden vrucht in de hof in Eden een appel? Dat staat er niet zo. Het ging er ‘alleen maar’ om dat God verboden had van die éne boom te eten. Of daar nu appels of peren aan groeiden, was onbelangrijk. God eist gehoorzaamheid: dáár gaat het om.
Dat past ons niet. We willen er niet aan. We willen zelf de baas zijn. Zo kwam de mens in opstand tegen God. Dat werd zijn ondergang. Adam en Eva werden uit de hof verdreven. Maar wat veel erger is: alle mensen hebben door hun ongehoorzaamheid het eeuwige oordeel verdiend. We moeten op onze knieën gaan, ons voor God buigen en Hem erkennen. Wie dat doet, wordt door God opgetild en hoog verheven.
Het dagboek bestellen?