Hijzelf [= Elia] liep echter een dagreis de woestijn in, ging onder een bremstruik zitten en bad om te mogen sterven. Hij zei: Het is genoeg. Neem nu mijn leven, HEERE, want ik ben niet beter dan mijn vaderen.
1 Koningen 19 vers 4
Zonder enige twijfel was Elia een grote dienstknecht van God. Toen hij echter naar de omstandigheden keek, in plaats van op de onzichtbare God te vertrouwen, werd hij moedeloos. Herkennen we dat? Het zag er echt niet rooskleurig uit toen de goddeloze koningin Izebel de hele legermacht van Israël achter Elia aanstuurde om hem te doden. Om zijn leven te redden, vluchtte de profeet in de woestijn en smeekte hij God om te mogen sterven.
Wat doet God? Een engel raakt de slapende profeet aan en spoort hem aan om te eten. Elia ziet een koek en water. Niet de raven zorgen voor hem, evenmin een weduwe, maar Godzelf.
Mensen zijn direct geneigd om iemand op te geven die heeft gefaald. Maar hoe wij ook teleurstellen, God geeft ons nóóit op! Elia mocht niet een hongerdood in de woestijn sterven. God had iets veel mooiers voor Zijn trouwe knecht: levend mocht hij de hemel binnengaan!
Het dagboek bestellen?