Ik zal hem een witte steen geven met op die steen een nieuwe naam geschreven, die niemand kent dan wie hem ontvangt.
Openbaring 2 vers 17
Aan het begin van de schepping gaf Adam alle dieren hun namen. Die gaven precies hun natuur weer. Wat dat voor namen waren, is onbekend. We weten niet eens zeker welke taal Adam en Eva hebben gesproken. Waarom draagt het luipaard zijn huidige naam? Dat is toch vreemd? Hij is beslist niet lui. Evenmin is het een paard. Vroeger dachten ze dat het luipaard was voortgekomen uit een kruising tussen een leeuw en een panter. De Latijnse namen van die twee dieren zijn leo en pardus. Hun ‘jong’ werd daarom leopard genoemd. Dat is langzaam veranderd in luipaard.
Straks ontvangen allen die met Christus hebben overwonnen, van Hem een nieuwe naam. Die naam brengt de verhouding tot uitdrukking die we met Hem hebben. Hij spreekt van Zijn liefde en waardering voor ons, ook van onze liefde en waardering voor Hem.
We zullen eeuwig met Hem verbonden zijn. Wie zich tot God bekeert, mag de Heere Jezus als zijn Heiland leren kennen. Ook als zijn Meester tijdens dit leven. Hij mag met Hem en voor Hem leven; zo leert hij Hem steeds beter kennen.