U hebt een arm met macht, Uw hand is sterk, Uw rechterhand verheven.
Psalm 89 vers 14
De uitdrukking ‘alle hens aan dek’ komt uit de scheepvaart. Als dat bevel werd gegeven, was er meestal sprake van een plotseling opduikend gevaar. Bijvoorbeeld als een vijandig schip in zicht kwam of een storm losbarstte. Ieder die helpen kon, moest dan komen opdraven. Het woord ‘hens’ komt van het Engelse ‘hands’. Alle handen waren dus nodig.
Als de nood in ons leven groot is, zijn we afhankelijk van die éne hand, van de hand van onze almachtige God en Vader. We denken maar al te snel dat wij zelf dingen kunnen regelen. Dat is zelfoverschatting. Zonder Gods hulp zijn we tot niets in staat, kunnen we niet eens ademhalen. Bij de minste hapering in onze hersenen loopt alles in het honderd. God hoeft maar een klein en onzichtbaar virusje te geven – en alles loopt vast.
Als kinderen van God hebben we in alle omstandigheden die geweldige troost: die almachtige God Die het hele heelal bestuurt, voor Wie niets te groot is, Die heeft ons oneindig lief. Hij stond Zijn eigen Zoon af om ons tot Zijn kinderen te maken. En nu leidt Hij alles zó dat het voor ons goed is.
Het dagboek bestellen?