Toen Jezus zag dat hij verstandig geantwoord had, zei Hij tegen hem: U bent niet ver van het Koninkrijk van God.
Markus 12 vers 34
Een schriftgeleerde vroeg de Heere Jezus welk gebod uit het Oude Testament wel het belangrijkste was. In Zijn antwoord gaf de Heiland aan dat de liefde tot God en tot de medemensen belangrijker is dan het vasthouden aan vormen en rituelen.
De vraagsteller zag de waarheid en juistheid daarvan in. Hij begreep de gedachten van God die al in de wet tot uitdrukking waren gebracht. Hij was niet ver van het koninkrijk van God. Dat liet de Heere Jezus hem ook weten. Maar hij was nog niet binnen. Hij stond, om dat zo te zeggen, voor de deur.
Om werkelijk binnen te gaan, moest hij de Heere Jezus Christus persoonlijk als Verlosser aannemen, in Hem geloven als Heiland en Meester. Geen mens is immers in staat om God met z’n hele hart, ziel, verstand en kracht lief te hebben en z’n medemens als zichzelf, zoals de geleerde het tot uitdrukking had gebracht. Er is slechts één deur om in het koninkrijk van God binnen te gaan: de Heere Jezus Zelf. Wie Hem afwijst, staat buiten. Wie Hem gelooft, is binnen!
Het dagboek bestellen?