Het gebeurde, toen Jozef bij zijn broers was gekomen, dat zij Jozef zijn gewaad uittrokken, het veelkleurige gewaad dat hij droeg, en zij namen hem en gooiden hem in de put.
Genesis 37 vers 23 en 24
Gehoorzaam was Jozef op pad gegaan om zijn tien broers op te zoeken. Hun vader wilde weten hoe het met hen ging. De hemelse Vader zond Zijn geliefde Zoon naar de aarde, omdat Zijn schepselen allemaal verloren waren voor de eeuwigheid. Zij waren van hun Schepper afgedwaald.
De haat van de broers moet wel enorm zijn geweest. Nauwelijks ontdekten zij Jozef, of zij beraamden hun plan hem uit de weg te ruimen. Doodslaan wilden ze hem. Dat verhoedde God. Maar het verraadde de slechtheid van hun hart.
Diezelfde haat vertoonde de mens toen Gods Zoon op aarde kwam. Herodes wilde Hem doden en liet daarom ‘veiligheidshalve’ vele kleine jongetjes vermoorden. Mensen probeerden Hem later van de steilte af te werpen. Voor Pilatus schreeuwden ze om Zijn kruisiging. – En God verhoedde het uiteindelijk níet! Nee, ’t was Zijn wil dat Zijn Geliefde leed en stierf, omdat alleen zo de verzoening tot stand gebracht kon worden. Wat een liefde!
Het dagboek bestellen?