Wie mij zonder reden haten, zijn talrijker dan de haren van mijn hoofd; wie mij willen ombrengen en om valse redenen mijn vijand zijn, zijn machtig geworden; wat ik niet geroofd heb, moet ik toch teruggeven.
Psalm 69 vers 5
Horen we hier niet de Heere Jezus spreken? – Hij werd gehaat. En dat was zonder oorzaak. Daarover kan geen twijfel bestaan. Een mens heeft heel wat haren op zijn hoofd, maar de Heiland had nóg meer haters.
Hij had niet alleen vélen die Hem vijandig gezind waren, ze waren ook máchtig. Het waren juist de leiders van het volk, juist de aanzienlijken die Hem uit de weg wilden ruimen. Ze hadden invloed en ze gebruikten die tegen Hem.
Wat moest de Heiland teruggeven? De eer van God. Híj had die niet geroofd. Nee, door de zonde was God beledigd. Iedere zonde is majesteitsschennis. Ieder mens is z’n Maker gehoorzaamheid en onderworpenheid verschuldigd. Wie anders handelt, beledigt Hem. Die berooft Hem van Zijn eer. De Heere Jezus was de enige gehoorzame Mens. Hij eerde God in alles. Hij was bereid om God de eer terug te geven die wij mensen Hem hadden ontroofd, door het oordeel over de zonde te ondergaan.
Het dagboek bestellen?