Ja, van oude tijden af heeft men het niet gehoord, men heeft het niet ter ore genomen en geen oog heeft het gezien, behalve U, o God, wat Hij doen zal voor wie op Hem wacht.
Jesaja 64 vers 4
De ziel van de mens is te vergelijken met een jong vogeltje dat nog niet uit het ei is gekropen. Als hem verteld zou worden dat er buiten het ei een ruime, lichte wereld is vol bloemen, weilanden en rivieren, zou hij het niet begrijpen. Als hem uitgelegd zou worden dat hij op een dag zijn ouders zou zien en zou kunnen vliegen, zou hij het niet geloven.
Er zijn mensen die niet geloven in een toekomstig leven en het bestaan van God. Waarom? Alleen omdat zij het niet waarnemen. Ze zijn niet in staat verder te gaan dan de grenzen van hun denken en eigen voorstellingsvermogen. Ze kunnen de stralende, eeuwige dingen niet zien die God heeft bereid voor allen die zich aan Hem overgeven en alles alleen van Hem verwachten.
Als beperkt schepsel heeft de mens geloof nodig om opgetild te worden, zodat hij de geheimen van Gods hart enigszins kan begrijpen. Door de ogen van het geloof kan hij ze zien en zal hij God daarvoor bewonderen en prijzen.
Het dagboek bestellen?