Omdat het vonnis over een slechte daad niet snel geveld wordt, daarom blijft het hart van de mensenkinderen in hen vervuld van kwaaddoen.
Prediker 8 vers 11
We reden over de autosnelweg. Je mocht op dat stuk 100 kilometer per uur. Zó hard reden we ook. Toch werden we aan de lopende band ingehaald.
Plotseling zagen we op de linkerbaan allemaal remlichten. Heel wat auto’s schoven er op de rechterbaan tussen. De reden was simpel: een stuk voor ons reed een politieauto.
Zo lichtvaardig gaan heel wat mensen ook om met de wil van God. Ze denken dat Hij ver weg is en dat Hij Zich niet om ons bekommert – áls ze al in Zijn bestaan geloven. Omdat God niet direct ingrijpt, lijkt het dat ze voor hun fouten niet worden bestraft. Wat een vergissing!
De politie kan alleen bekeuren als ze een overtreding hebben vastgesteld en kunnen bewijzen. God ook. Alleen: Hij is de Alwetende en de Alziende. Niets ontgaat Hem. Hij ‘registreert’ alles. Ook de zonden die niemand anders weet. Hij zal van ieder rekenschap vragen. Wie door het geloof in de Heere Jezus en Zijn verlossingswerk zondenvergeving heeft ontvangen, hoeft daarvoor niet bang te zijn. Hij heeft volle vrede met God.