Ik geef hun eeuwig leven; en zij zullen beslist niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit Mijn hand rukken.
Johannes 10 vers 28
De Heere Jezus heeft het hier over mensen die in Hem geloven. Ze hebben ingezien dat ze een Redder nodig hebben, omdat ze gezondigd hebben en het oordeel van God verdienden. Ze zijn tot Christus gegaan en geloven dat Hij aan het kruis voor hen is gestorven. Over zulke mensen zegt Hij:
‘Ik geef hun het eeuwige leven’ – Dat is een enorm geschenk dat zij direct bij hun bekering hebben ontvangen. Ze leren God kennen als hun Vader. Hij houdt van hen. Spoedig komt de Heere Jezus om hen in de hemel te brengen.
‘Zij gaan niet verloren in eeuwigheid’ – Ze hoeven niet meer bang te zijn voor God. Er bestaat voor hen geen oordeel meer. Ook als ze nog struikelen en zondigen, tast dat hun behoudenis niet aan. Ze bezitten de vergeving van hun zonden.
‘Niemand zal ze uit Mijn hand rukken’ – De Heere Jezus houdt hen vast. Op hun weg naar de hemel worden ze door heel wat gevaren bedreigd. De satan onderneemt heel wat aanvallen. Maar de goede Herder Zelf verdedigt hen. In Zijn hand zijn ze onaantastbaar.
Het dagboek bestellen?