Wij komen dus tot de slotsom dat de mens door het geloof gerechtvaardigd wordt.
Romeinen 3 vers 28
In India betalen mensen die met de bus mee willen, nog gewoon contant. Daardoor zijn de geldtassen van de chauffeurs of conducteurs vaak best wel goed gevuld. Dat trekt overvallers aan. De overheid trof geen halve maatregelen. Alle tassen worden beveiligd. Wie erin grijpt, krijgt een elektrische schok van maar liefst 250 volt. Radicaal. Maar goed, dan moet je je handen maar thuishouden, vinden ze.
God straft de zonde heel wat strenger. Op iedere overtreding staat een levenslange opsluiting in de poel van vuur. Let wel: daaraan komt nooit een einde, omdat we tot in eeuwigheid blijven voortbestaan! Dát is pas heftig. Dat kunnen we jammer vinden. Dat kunnen we te streng vinden. Daar kunnen we ongelukkig mee zijn. Maar dat verandert er helemaal niets aan. God ís heilig. Met die werkelijkheid hebben we te maken.
God is ook vol van liefde. Zijn liefde gaat naar alle mensen uit. Hij nodigt ze allemaal uit om tot Hem te komen, zodat Hij ze van hun zonden kan verlossen. Daartoe stierf Christus aan het kruis. Hij droeg de zonden, opdat wij ervan bevrijd konden worden. Wie in Hem gelooft, wordt gerechtvaardigd.
Het dagboek bestellen?