Zou Ik dan die grote stad Ninevé niet ontzien, waarin meer dan honderdtwintigduizend mensen zijn die het verschil tussen hun rechter- en hun linkerhand niet weten?
Jona 4 vers 11
Een vrouw bezocht met haar zoontje van nog net geen 3 jaar oud haar moeder. Ze parkeerde de auto voor het huis en liet de sleutel in het contactslot zitten. De peuter speelde achter het stuur. Plots schoot de wagen vooruit; hij reed zijn oma ondersteboven. De 52-jarige vrouw raakte zwaargewond en moest met de traumahelikopter naar het ziekenhuis.
De kleine kun je het niet kwalijk nemen. Hij wist nog niet het verschil tussen rechts en links. De stad Ninevé was goddeloos en had het oordeel van God verdiend. Maar omdat er zeker 120.000 kleine kinderen woonden, ontzag God de hele stad.
Hij spaarde Ninevé ook omdat de inwoners zich bekeerden op de prediking van de profeet Jona. Die kondigde het oordeel aan – en de mensen bekeerden zich van hun zonden tot God. Dát geldt vandaag nog net zo. Ieder mens heeft het oordeel verdiend door zijn zonden. Maar wie zich tot God bekeert en zijn zonden belijdt, ontvangt genade – op grond van het sterven van Jezus Christus aan het kruis.
Het dagboek bestellen?