Zij zullen rekenschap moeten afleggen aan Hem Die gereedstaat om de levenden en de doden te oordelen.
1 Petrus 4 vers 5
Een 12-jarige jongen in Australië bleek twee jaar geleden nogal avontuurlijk aangelegd. Hij pakte de auto van zijn ouders en vertrok. Pas na 1300 kilometer hield de politie hem aan. Hij viel op, omdat de bumper van de auto loshing. Hij was de klos. Vanwege rijden zonder rijbewijs en tanken zonder te betalen werd hij vervolgd. Z’n ouders hebben misschien ook nog een hartig woordje met hem gesproken.
Ja, voor je daden moet je boeten. Dat vinden we vaak niet fijn, maar zo is het gewoon. Elk mens staat op een dag voor zijn Schepper en moet dan rekenschap afleggen van al zijn daden. Tegenover God valt niets te verdoezelen of weg te stoppen.
Dat we rekenschap moeten afleggen aan Hem Die gereedstaat om te oordelen, klinkt eng. Het ís ook angstaanjagend! Dat loopt toch helemaal verkeerd af! Níet als een mens tijdens zijn leven op aarde vrijwillig voor God heeft gebogen en zijn zonden heeft beleden. Want dan heeft God hem alles vergeven, omdat Zijn eigen Zoon de straf daarover heeft gedragen. Dan is er niets meer wat God nog zou kunnen oordelen.
Het dagboek bestellen?