Hij zei tegen Jezus: Heere, denk aan mij, als U in Uw Koninkrijk gekomen bent. Lukas 23 vers 42
Op de heuvel Golgotha stonden drie kruizen. Aan het middelste hing de Heere Jezus, links en rechts twee misdadigers. Ze hadden de dood voor ogen, toch bespotten ze Hem. Eén van de twee kwam echter tot inkeer. Hij erkende tegenover de ander dat zíj het zelf hadden verdiend dat zij daar hingen, terwijl de Heere Jezus niets onbehoorlijks had gedaan.
De dood was niet tegen te houden. Daarom dacht de rover aan het hiernamaals. Hij geloofde dat de Heere Jezus eens als Koning over Israël zou regeren. Hij smeekte om medelijden. Hij vroeg om genade. ‘Wilt U aan mij denken als U op de troon zit?’
Het antwoord van de Heiland is ontroerend: de rover zou diezelfde dag nog met Hem in het paradijs zijn! De man werd gered, omdat hij zichzelf veroordeelde en de Heere Jezus eerde.
Zien we daarin niet de grote barmhartigheid van onze Zaligmaker? Hoe menselijk was het geweest als Hij die rover had afgewezen. Hij had Hem immers net nog bespot! De Heere Jezus betoonde echter Goddelijke liefde en genade. Niemand is zoals Hij!
Het dagboek bestellen?