Ik geef hun eeuwig leven; en zij zullen beslist niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit Mijn hand rukken. Mijn Vader, Die hen aan Mij gegeven heeft, is meer dan allen, en niemand kan hen uit de hand van Mijn Vader rukken.
Johannes 10 vers 28 en 29
Het gebeurde alweer drie jaar geleden, in oktober 2019. Een man reisde in Zwitserland met de trein, van Sankt Gallen naar Luzern. Toen hij uitstapte, vergat hij zijn tas. Daarin zat ongeveer 3,5 kilogram goud. De waarde van goud schommelt natuurlijk, maar het ging om een bedrag van zo’n 175.000 euro. Hij meldde zich niet bij de politie. Was hij misschien bang dat hij niet kon uitleggen waar dat goud vandaan kwam? Hij kreeg van het Openbaar Ministerie vijf jaar de tijd. Daarna verviel zijn recht op het goud.
Wat God ons aanbiedt, zijn schatten die veel meer waard zijn dan goud. De vrede met Hem en de rust en blijdschap in ons hart houden eeuwig stand. God geeft dat en vraagt het nooit terug. We hebben er zogezegd eeuwig recht op.
Niemand kan ons dat afnemen. Er bestaat geen macht die ons God de Vader ontfutselen kan, want Hij is de Almachtige. En Hij wil ons er niet van beroven. Onze schatten houden eeuwig hun waarde!
Het dagboek bestellen?