Daarom bent u niet te verontschuldigen, o mens, wie u ook bent die anderen oordeelt, want waarin u de ander oordeelt, veroordeelt u uzelf.
Romeinen 2 vers 1
Een geldtransportwagen stond voor een bank in het Franse Lyon. Toen zijn collega’s naar binnen gingen, reed de chauffeur weg. Een paar uur later werd de wagen teruggevonden. De chauffeur was foetsie, net als de lading: veertig tassen met 11 miljoen euro aan bankbiljetten. In de onderwereld heet dat een geslaagde actie. Nette burgers schudden hun hoofd over zo’n misdaad. Maar wie durft te zeggen dat hij beter is dan zo’n man?
Natuurlijk, we hebben niet allemaal miljoenen euro’s gestolen, maar dat éne snoepje vroeger uit de trommel? Hoe hoog de waarde is, maakt uiteindelijk niet uit. Wie iets wegneemt, is een dief. Ja, voor de heilige God ligt de lat veel hoger: wie ‘alleen maar’ begeert, maakt zich al schuldig. Wie jaloers naar spullen van een ander kijkt, is al een dief. Wie naar de man of vrouw van een ander kijkt om die te begeren, heeft in zijn hart al overspel gepleegd.
Daarom hebben we allemaal zondenvergeving nodig en rechtvaardiging. Op grond van het kruis van de Heere Jezus Christus kunnen we die ontvangen.
Het dagboek bestellen?