Jezus zei tegen haar: (…) Ik vaar op naar Mijn Vader en uw Vader, en naar Mijn God en uw God.
Johannes 20 vers 17
Voordat de Zoon van God in de wereld kwam, was God alleen in een algemene betekenis als Vader bekend: als de Schepper en Onderhouder van alle mensen en in het bijzonder van het volk Israël.
Pas door het komen van Jezus Christus werd de Vader als één van de drie Personen binnen de Godheid geopenbaard. En toen werd ook duidelijk dat Hij de Vader is van ieder mens afzonderlijk die in de Heere Jezus gelooft.
Tijdens Zijn leven op aarde wees de Heere Jezus Zijn volgelingen steeds weer op hun betrekking tot de Vader. En toen Hij naar de hemel terugkeerde, beval Hij hen bij hun Vader aan. Hij vertelde hun – en daardoor ook ons – van de liefde, van de macht en van de zorg van de Vader. Hij liet zien dat het onze eeuwige bestemming is bij de Vader te zijn.
Nadat Hij was opgestaan, gaf Hij Maria de opdracht de bovenstaande woorden aan de discipelen door te geven. Daarin wordt wel heel duidelijk in wat voor een bijzondere positie wij als christenen zijn gebracht!