Het Rechte Spoor – 2024 | Vrijdag 23 augustus

Simon, Ik heb u iets te zeggen. Hij zei: Meester, zeg het.
Lukas 7 vers 40

De Heere Jezus is door een voorname farizeeër uitgenodigd voor de maaltijd. Een vrouw die bekend staat als zondares, komt in Simons huis. Niet om met de farizeeër te spreken, maar omdat ze naar de Heere Jezus wil. Ze bewijst Hem grote eer. Simon ziet dat.

Nu begint de Heere Jezus te spreken. Hij richt Zich niet tot de zondige vrouw, maar tot Zijn gastheer. Hij maakt een vergelijking tussen Simon en haar. Simon had de dingen die bij welgemeende gastvrijheid horen, achterwege gelaten. De vrouw liet door haar gedrag zien dat zij diep berouw over haar zonden had. De Heere Jezus probeerde het hart van de farizeeër te bereiken.

Als we de Bijbel lezen of naar de verkondiging van Gods Woord luisteren, denken we dan niet soms aan wat dat anderen te zeggen heeft? Merken we ook dat God ons heel persoonlijk iets wil zeggen? Simon was bereid naar de woorden van de Heere Jezus te luisteren. Of ze ook tot zijn hart doordrongen, weten we niet.

En wij? Zijn we bereid het Woord van God op ons persoonlijk te laten inwerken?