Hij leidde hen naar buiten tot bij Bethanië. En Hij hief Zijn handen op en zegende hen. En het geschiedde, terwijl Hij hen zegende, dat Hij Zich van hen verwijderde. En Hij werd opgenomen in de hemel.
Lukas 24 vers 50 en 51
Wat moet het voor de discipelen een wonderlijk ogenblik zijn geweest toen hun geliefde Meester van hen scheidde en in de hemel werd opgenomen!
Ze hoefden niet meer verdrietig te zijn, zoals veertig dagen daarvoor, toen Hij was gekruisigd. Toen waren ze radeloos. Maar nu: Hij was zegevierend opgestaan! Met opgeheven handen en Zijn discipelen zegenend, voer de Heiland op naar de hemel. Op het kruis waren Zijn handen vastgenageld. Daar werd Hij voor ons tot een vloek, opdat wij van de eeuwige vervloeking bevrijd konden worden.
Nu hief Hij Zijn handen op om hen te zegenen. Dat was het laatste wat de discipelen van Hem hebben gezien. Zó mogen ook wij Hem zien, iedere dag. Vanuit de hemel zegent Hij ons, onafgebroken.
Als we eraan denken dat Hij eerst tot een vloek moest worden, vóórdat Hij Zijn zegen over ons kon uitstorten, komt er diepe dankbaarheid in onze harten.
Het dagboek bestellen?