Heb goede moed, Ik ben het; wees niet bevreesd.
Mattheüs 14 vers 27
Gehoorzaam aan de Heere Jezus waren de discipelen in de boot gestapt om naar de overkant te varen. Hijzelf zou later komen. Hij wilde eerst nog in eenzaamheid bidden.
Even later breekt een storm los. De discipelen weten niet wat ze moeten doen. Ze zijn bang dat ze vergaan. Dan loopt de Meester over het water naar hen toe.
Ze raken in paniek. Tussen de hoge golven zien ze Zijn gestalte en ze denken aan een spook. Ze schreeuwen van angst. Maar Hij troost: “Heb goede moed, Ik ben het; wees niet bevreesd!”
Hij had gezegd dat Hij hen achterna zou komen. Maar ze hadden niet verwacht dat Hij zó zou komen. Zijn komst maakte hen eerst alleen maar banger.
In het leven hebben we soms ook met stormen te maken. Dan is het alle hens aan dek! We kunnen dan zo in de weer zijn dat we Gods nabijheid niet opmerken. Of we zien die wel, maar schrikken ervan! Dat is niet nodig. Hij roept ook ons dan toe: ‘Ik ben het! Als Ik er ben, hoef je toch niet bang te zijn?’ Toen ze Hem herkenden, was alles goed.
Het dagboek bestellen?