Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en de maaltijd met hem gebruiken, en hij met Mij.
Openbaring 3 vers 20
De Heere Jezus moest de gemeente te Laodicéa de ernstige boodschap meedelen dat Hij buiten stond. Hun liefde tot Hem was afgekoeld. Ze waren niet heet, ook niet koud, maar lauw. Daarmee kan de Heiland niets beginnen.
Hij laat hen echter duidelijk weten dat Zíjn liefde tot hen niet is verminderd. Hij geeft hen niet op. Nee, Hij staat aan de deur en klopt aan hun hart. Hij vraagt binnengelaten te worden.
Heel wat mensen noemen zich een christen, gaan naar de kerk, vieren vrome feesten en zingen geestelijke liederen, maar de grote vraag is: Woont de Heere Jezus in mijn hart?
Als Hij buiten staat, is alles zinloos. Daarom klopt Hij aan. Hij wil binnenkomen en “de maaltijd met hem gebruiken”. Wie Hem binnenlaat, zal eeuwig de Zijne zijn en met Hem de hemel genieten. We hoeven echter niet te wachten tot we daar zijn. Nu op aarde al mogen we met Hem leven en daarin ons geluk vinden.
Het dagboek bestellen?