Dwaal niet! Ontuchtplegers, afgodendienaars, overspelers, schandknapen, mannen die met mannen slapen, dieven, hebzuchtigen, dronkaards, lasteraars en rovers zullen het Koninkrijk van God niet beërven.
1 Korinthe 6 vers 10
Een appartementsgebouw werd opgeknapt. De bouwvakkers wilden ’s morgens verder, maar hoorden geroep: een man zat bekneld. De inbreker zat met zijn borst klem tussen een stalen balk en de liftschacht. Hij had er ook niets te zoeken. De brandweer moest komen om hem te bevrijden. Hij mocht naar het ziekenhuis, maar werd ook nog op het politiebureau verwacht.
Onze dagtekst somt een heel aantal mensen op die Gods koninkrijk niet zullen binnengaan. Daar horen ook de dieven bij. God is Zelf de grote Gever. Hij verdraagt het niet als mensen stelen van een ander. Hij is immers heilig.
Onze Schepper is zó heilig dat Hij niet één enkele zonde door de vingers kan zien. Daarom is geen mens van nature geschikt voor Zijn koninkrijk. Toch wenst Hij daar vele mensen te ontvangen. Hij nodigt allen daartoe zelfs uit. Dat kan, omdat Zijn eigen Zoon voor de zonden stierf en zo de deur voor ons opende!
Het dagboek bestellen?