Ik ben uit de hemel neergedaald, niet opdat Ik Mijn wil zou doen, maar de wil van Hem Die Mij gezonden heeft.
Johannes 6 vers 38
Geen mens op aarde heeft alleen maar de wil van God gedaan. Laten we maar beginnen bij de eerste mens, bij Adam. Hij mocht alles. Slechts één ding was hem verboden: van die éne boom mocht hij niet eten. En wat deed hij? Hij at ervan!
Dát is de geschiedenis van de mens. Allen doen hun eigen wil. Niemand vraagt naar de wil van God.
Alleen de Heere Jezus! Onze dagtekst zegt niet dat Hij uit de hemel neerdaalde en Gods wil deed, maar dat Hij neerdaalde om de wil van God te doen. Met dat doel kwam Hij.
Elke dag opnieuw vroeg Hij Zijn God en Vader wat Hij moest doen. Zo kreeg Hij Zijn opdrachten. Die voerde Hij ook uit, zonder aarzelen.
Dat deed Hij ook toen God Hem op een dag zei dat Hij Zich gevangen moest laten nemen en Zich moest laten kruisigen. Dat Hij onze zonden moest dragen en het oordeel ondergaan. Dat Hij in de uren van duisternis het verzoeningswerk moest volbrengen. Oók daar was Hij als de trouwe Dienstknecht volmaakt gehoorzaam!
Het dagboek bestellen?