Laten wij dan niet, evenals de anderen, slapen, maar laten wij waakzaam en nuchter zijn.
1 Thessalonika 5 vers 6
Een inwoner van Arnhem had een fles advocaat op straat laten stukvallen. Een egel snoepte ervan en vond het heerlijk. Het dier verloor alle waakzaamheid uit het oog en rolde zich niet meer op bij naderend gevaar. Hij werd naar een dierenopvang gebracht om zijn roes uit te slapen.
Zijn wij waakzaam en nuchter?
De duivel is de grote tegenstander van God en mensen. Hij probeert ze allemaal ongelukkig te maken. Zijn ‘assortiment’ is enorm groot. Hij biedt de mensen allerlei soorten van vermaak aan. Sommigen laat hij opgaan in hun werk. Hij laat anderen prestaties in de maatschappij of sport najagen. Of hij spoort mensen aan om sociaal werk te doen en iets te betekenen voor hun medemens. Ze spannen zich in voor de natuur en het milieu.
Die dingen op zich zijn vaak niet verkeerd; soms is zelfs het tegendeel het geval. Maar als we daardoor God, de eeuwigheid en de toestand van onze ziel uit het oog verliezen, bekijken we de dingen niet ‘nuchter’. Dát is namelijk waar het in het leven werkelijk om draait.
Het dagboek bestellen?