Rampen, niet te tellen, hebben mij omvangen; mijn ongerechtigheden hebben mij getroffen, en ik heb ze niet kunnen overzien. Zij zijn machtig veel meer dan de haren van mijn hoofd, en mijn hart heeft mij verlaten.
Psalm 40 vers 13
Deze woorden lichten een tipje van de sluier op die ligt over de uren aan het kruis waarin de Heere Jezus door God werd verlaten.
We weten hoe het zit. Onze Heiland nam onze zonden op Zich. Hij droeg de straf erover, opdat ze weggedaan konden worden. Alleen op die wijze kon God verheerlijkt en ons het heil geschonken worden. En omdat God heilig is, moest Hij Zich van Zijn eigen Zoon afwenden.
Ja, maar wat is dat voor de Heere Jezus geweest? Het waren niet enkele zonden, niet vele zonden, maar ontelbaar vele zonden: nog vele malen meer dan de haren van Zijn hoofd. Het waren de talloze zonden van de talloze verlosten: díe nam Hij allemaal op Zich!
Voor elke zonde heeft Hij de straf gedragen. Iedere zonde leverde Hem een slag op van het zwaard van Gods gerechtigheid. Het kwam niet alleen over Hem, maar overweldigde Hem. Toch heeft Hij volhard, ja, tot het bittere einde toe!
Het dagboek bestellen?