Wend U tot mij en wees mij genadig, want ik ben eenzaam en ellendig. Psalm 25 vers 16
Het is een Psalm van David. Maar we horen in deze woorden ook profetisch zijn grote Zoon spreken: de Heere Jezus.
Hij is op aarde werkelijk eenzaam geweest. Hij was onbegrepen. Als twaalfjarige Jongen was Hij in de tempel, het huis van Zijn Vader. Maar Jozef en Maria kwamen niet op de gedachte Hem daar te zoeken.
Maria en Zijn (half)broers noemden Hem later zelfs buiten Zijn zinnen, krankzinnig. Ze begrepen niets van Zijn drijfveren. Ze snapten niet dat Hij leefde voor Zijn God en Vader.
De mensenmassa’s hingen eerst aan Zijn lippen, maar trokken zich steeds meer van Hem terug. Ze vonden Zijn boodschap te hard.
Zelfs Zijn twaalf discipelen begrepen Hem vaak niet. Wat Hij zei, drong maar niet tot hen door. Ten slotte lieten ook zij Hem in de steek.
Vanaf Zijn gevangenname was Hij omringd door enkel vijanden. Inderdaad, Hij was “eenzaam en ellendig”. Maar het moeilijkste moest nog komen: op het kruis werd Hij ook door God verlaten!
Het dagboek bestellen?