De eeuwige God is voor u een woning, en onder u zijn eeuwige armen.
Deuteronomium 33 vers 27
In een portiekflat aan de Professor Teldersstraat in Vlaardingen was een man aan het gewichtheffen. Hij zette zijn halters kennelijk iets te hard neer: ze gingen dwars door de vloer heen en belandden bij de onderbuurvrouw. Het was een best gat. De woningen werden onbewoonbaar verklaard.
Een goede woning is een zegen en een groot voorrecht. Zijn we daar wel altijd dankbaar genoeg voor?
Wie in de Heere Jezus gelooft, is verlost en eeuwig behouden. Hij mag weten dat Gods hemel zijn toekomstige woonplaats is.
Onze dagtekst zegt iets wat zo mogelijk nog mooier is: God is Zelf onze woning! We mogen nu al wonen in Hem. Bij Hem zijn we thuis.
Hij is niet een Vreemdeling. Hij blijft niet op afstand. Nee, Hij trekt ons op tot Zichzelf. Hij brengt ons aan Zijn hart. Hij is onze Vader. We zijn eigen met Hem. In Hem vinden we onze zekerheid en ons geluk. We mogen Hem in alles vertrouwen. Hij is de bron van onze rust, vrede en veiligheid. Wat is het heerlijk om zó onze weg door dit leven te gaan!
Het dagboek bestellen?