Toen zei Hij tegen hen: Mijn ziel is zeer bedroefd, tot de dood toe; blijf hier en waak met Mij.
Mattheüs 26 vers 38
De Heere Jezus is met Zijn elf discipelen naar de hof Gethsémané gegaan. Hij weet dat Hij die nacht zal worden overgeleverd.
Drie van Zijn volgelingen neemt Hij mee, verder de hof in, opdat zij in Zijn nabijheid zijn en met Hem waken. Ook voor hen staat immers de verzoeking voor de deur. Zullen ze Hem trouw blijven, Hem volgen en aan Hem vasthouden? Of zullen ze Hem alleen laten en vluchten?
De Heiland is bedroefd, tot de dood toe. Hij denkt aan het werk dat Hij aan het kruis moet volbrengen. Hij verlangt ernaar dat Zijn volgelingen met Hem meevoelen. Dat ze eraan denken hoe moeilijk de weg is die Hij moet afleggen. Dat ze met Hem waken in het gebed. – Maar van verdriet slapen ze in.
De eerste dag van de week behoort de Heere Jezus toe. Hij is aan Zijn dienst gewijd. Hij is het Middelpunt van onze gedachten. Als we stilstaan bij Zijn lijden en sterven, worden onze harten brandend voor Hem. Ons verlangen bij Hem te zijn, wordt steeds groter.