Zij brachten boven Zijn hoofd een opschrift aan met de beschuldiging tegen Hem: DIT IS DE JEZUS, DE KONING VAN DE JODEN.
Mattheüs 27 vers 37
De Heere Jezus hing aan het kruis van Golgotha, blootgesteld aan de grenzeloze hoon van de mensen. De godsdienstige leiders van het volk dachten dat ze Hem uit de weg hadden geruimd. Om Hem te bespotten, riepen ze Hem op om van het kruis af te komen. Dan zouden ze geloven dat Hij de Koning van de Joden was.
Er was niemand die voor Hem in de bres sprong. Alleen de éne boosdoener naast Hem erkende Hem als de Koning, terwijl boven Zijn hoofd stond geschreven wie Hij was!
De Joden probeerden Pilatus ertoe te brengen het opschrift te veranderen. Hij moest schrijven dat Christus alleen had gezegd dat Hij de Koning van de Joden was. Maar Pilatus hield voet bij stuk.
Golgotha is de plaats waar het volk de door God gezonden Koning verwierp en uitstootte. God zorgde ervoor dat op díe plaats voor ieder zichtbaar geschreven stond, zelfs in drie talen, dat Zijn Zoon werkelijk de Gezalfde was, de rechtmatige Koning.
Het dagboek bestellen?
Ga naar de inhoud
De HEERE is mijn Herder, mij ontbreekt niets. Hij doet mij neerliggen in grazige weiden, Hij leidt mij zachtjes naar zeer stille wateren.
