Wie merkt op dat de adem van de mensenkinderen naar boven stijgt en de adem van de dieren naar beneden daalt naar de aarde?
Prediker 3 vers 21
Als iemand overlijdt, wordt wel eens gezegd dat hij kassieweile is. Dat woord komt uit het Jiddisch, de mengtaal van Oost-Europese Joden. Oorspronkelijk was het hasjeweine – dat betekent: ‘verdwenen’ of ‘weg’. Op zijn beurt is dat woord afgeleid van het Hebreeuwse hasjibhenu. Dat betekent letterlijk: ‘doe ons terugkeren’.
Toch wel treffend: iemand die overlijdt, is wel ‘weg’, maar hij keert terug. De dood is niet het einde, maar slechts een komma. Het leven gaat in het hiernamaals naadloos door.
Je kunt het op een koude dag zien: onze adem gaat naar boven. Mensen keren terug tot hun Schepper. Op elke plek ze dan de eeuwigheid doorbrengen, hangt ervan af of ze zich tot God hebben bekeerd. Wie dat niet heeft gedaan, heeft straks bij God ook niets te zoeken. Hij zal voor eeuwig van Hem gescheiden zijn, in het vuur dat nooit uitgeblust wordt. Wie wél met belijdenis van zijn zonden tot God is gegaan, zal als Gods kind eeuwig in Zijn hemel wonen: bij zijn Vader
en bij zijn Heiland Jezus Christus!
Het dagboek bestellen?