Woensdag 10 december
Verlang vurig, als pasgeboren kinderen, naar de zuivere melk van het Woord, opdat u daardoor mag opgroeien.
1 Petrus 2 vers 2
Een klapmuts is een zeehondensoort. Ze leven rond Groenland, maar gaan ook wel eens op reis. Twee jaar geleden werd op het strand van Vlieland een klapmuts geboren. De pup wordt maar vier dagen gezoogd. In die korte tijd komen ze wel 25 kilogram aan. Daarna vertrekt de moeder. De kleine moet het maar zien te rooien. Als ze genoeg honger krijgen, gaan ze vanzelf het water in om te jagen.
Honger hebben, dat is iets goeds. Als een kind van God niet verlangt naar geestelijk voedsel, als hij geen belangstelling heeft voor de Heilige Schrift, is er iets niet in orde.
We verlangen als pasgeboren baby’s naar voedsel voor ons hart. We hebben de Heere Jezus lief, want Hij is voor ons gestorven. Daarom willen we aan Hem denken en over Hem lezen. We hebben God de Vader lief, want Hij stond voor ons Zijn eigen Zoon af. Daarom willen we Hem beter leren kennen. Daarom verlangen we ernaar om de Bijbel aandachtig tevlezen, steeds weer. Daardoor worden we gevoed envgroeien we op, tot we straks bij Hem zijn.