Vrijdag 19 december
Toen Daniël te weten kwam dat dit bevelschrift ondertekend was, ging hij zijn huis binnen. Nu had hij in zijn bovenvertrek open vensters in de richting van Jeruzalem. Op drie tijdstippen per dag ging hij op zijn knieën, bad hij en dankte hij voor het aangezicht van zijn God, precies zoals hij voordien had gedaan.
Daniël 6 vers 11
Daniël verrichtte zijn werk zó goed dat koning Darius overwoog hem als een onderkoning aan te stellen. Zijn collega’s werden jaloers en overreedden Darius een wet uit te vaardigen: wie binnen dertig dagen aan enige mens of god een verzoek zou doen, behalve aan de koning, zou in de leeuwenkuil worden geworpen!
Daniël begreep het gevaar. Moest hij zijn gewoonte drie keer per dag bij het open raam te bidden, nu veranderen? ‘Daniël, begeef je niet onnodig in gevaar! Dertig dagen gaan toch snel voorbij. Doe in ieder geval het raam dicht’. – Hij veranderde zijn gewoonte níet. Zijn vijanden klaagden hem aan. Darius moest het vonnis laten uitvoeren.
God liet Zijn trouwe dienstknecht niet in de steek. De volgende morgen werd hij ongedeerd uit de kuil opgetrokken. En Darius huldigde God. Het geloof en de trouw van Daniël, ze zijn ons tot voorbeeld!