Uit 'Het Rechte Spoor'


Donderdag 20 november

Het volk sprak tot God en tot Mozes: Waarom hebt u ons uit Egypte laten vertrekken om te sterven in de woestijn? Want hier is geen brood, ook geen water, en onze ziel heeft een afkeer van dit waardeloze brood. Toen zond de HEERE gifslangen onder het volk; die beten het volk, en er stierf veel volk uit Israël.

Numeri 21 vers 5 en 6

 

Het gif van een cobra is een vervelend goedje. Slechts één gram gedroogd gif zou 165 mensen kunnen doden. De slang spuwt het, tot wel tweeënhalve meter ver. En hij schiet bijna altijd raak.

De slangen in de dagtekst beten de mensen. Hun slachtoffers stierven eraan. Het was Gods straf voor hun ondankbaarheid. Hij gaf het hemelse manna dat vorstelijk smaakte, zíj trapten het in het zand.

Het ware Brood uit de hemel is Christus. Hij daalde neer en stierf aan het kruis om ons het eeuwige leven te kunnen geven. Voor wie Hem afwijst, is geen hoop meer.

In Zijn genade gaf God de Israëlieten de kans om het leven te redden: door te kijken naar de koperen slang op een stok. Alleen door het zien op de Heere Jezus, door het geloof in Hem worden we gered!




Lees meer »

Woensdag 19 november

Watervloed roept tot watervloed, terwijl Uw waterkolken bruisen; al Uw baren en Uw golven zijn over mij heen gegaan.

Psalm 42 vers 8

 

Al sinds 1963 voert Rijkswaterstaat elk jaar in maart een kustmeting uit: elke 250 meter, van Zeeland tot en met de Waddeneilanden, wordt dan in kaart gebracht. Door stormen kunnen hele stukken van de duinen worden weggeslagen. Daarom wordt er elk jaar 12 miljoen kuub zand van de zeebodem op de kust gespoten. Dat is heel veel zand. Voor een goede waterkering moet je wat doen.

Hoe kunnen de wateren van Gods oordeel worden gekeerd? Op welke wijze kunnen we voorkomen dat Gods waterkolken en golven over ons heen spoelen? 

De enige ‘waterkering’ is Christus en Zijn kruis!

We hebben Gods oordeel verdiend door onze zonden. En die zonden heeft de Heere Jezus gedragen aan het kruis op Golgotha. De oordeelsgolven van God kwamen over Hém. Hij hing in het gericht.

Wie nu tot God gaat en z’n vertrouwen op Christus stelt, mag weten: Hij droeg ook míjn zonden! Omdat Hij het oordeel droeg, zijn mij alle zonden vergeven. Daarom is er voor mij geen oordeel meer.




Lees meer »

Dinsdag 18 november

De HEERE was met Jozef, zodat hij een voorspoedig man was; en hij bleef in het huis van zijn heer, de Egyptenaar.

Genesis 39 vers 2

 

Potifar zag dat God met Jozef was. Jozef had geen mooie dingen gezegd, maar door zijn daden getuigd. Zijn meester was niet onder de indruk van wat hij hoorde, maar van wat hij zag.

Als Jozef had geklaagd over het hem aangedane onrecht en zijn harde lot of als hij over zijn dromen en hoge roeping had verteld, zou dat Potifar hebben aangesproken? Hij had toch geen belangstelling voor het verleden van zijn slaaf, evenmin voor de voorzeggingen over diens toekomst. Maar dat hij in het dagelijkse leven trouw en zorgvuldig zijn werk deed, dát zag Potifar en dat waardeerde hij.

Het is niet goed als Gods kinderen zich over hun lot en omstandigheden beklagen, zeker niet tegenover ongelovigen. Evenmin is het verstandig ons te beroemen over onze toekomstige positie, dat we op tronen zullen zitten. Het is een machtig getuigenis voor onze Heiland en Meester als we eenvoudig tevreden en dankbaar ons dagelijkse werk ijverig doen. Zó kunnen we als christenen tot een getuigenis zijn en tot zegen worden.




Lees meer »

Maandag 17 november

Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven.

Mattheüs 11 vers 28

 

Twee jaar geleden wilden agenten in Zoetermeer midden in de nacht een auto aan de kant zetten; die reed wat te hard. De bestuurder trapte toen pas echt het gas in. Bij de achtervolging reed hij meer dan 100 kilometer per uur te hard en een paar keer door rood. Uiteindelijk staakte hij zijn vlucht. Het was een 17-jarige jongen. Die zat in zijn pyama achter het stuur en was onder de invloed van cannabis. Hij had gewoon zin gekregen een stukje te gaan rijden in de auto van z’n moeder. De politie meldde dat hij kennelijk voorbereid was op een nachtje cel, want hij had zijn pyama al aan. Toch kun je maar beter in je eigen bed liggen.

Wat is de beste plek om rust te vinden, rust voor ons hart en geweten? Eigenlijk moeten we zeggen: Wat is de enige plek om die rust te krijgen? Bij de Heere Jezus!

Toen Hij op aarde was, nodigde Hij alle mensen uit om bij Hem te komen. Nu Hij in de hemel is, doet Hij dat nog steeds. Alleen de Heere Jezus kan ons van onze zonden reinigen, zodat ons geweten tot rust komt. Díe rust houdt eeuwig stand.




Lees meer »

Zondag 16 november

Om de moeitevolle inspanning van Zijn ziel zal Hij het zien, Hij zal verzadigd worden.

Jesaja 53 vers 11

 

Als de Heere Jezus alle verlosten in de heerlijkheid tot Zich gehaald zal hebben, is deze profetie vervuld. Dan ziet Hij in hen de resultaten van het verlossingswerk dat Hij onder het zwaarste lijden heeft volbracht. Wat een vreugde voor Hem!

Als Mens op aarde kende Hij honger en leed Hij dorst. Als de verheerlijkte Mens in de hemel zal Hij verzadigd zijn als Hij al de Zijnen rondom Zich zal hebben. God heeft ons aan Hem gegeven; Hij betaalde voor ons de prijs. Door te sterven, heeft Hij een eeuwig recht op ons verworven. En tot in eeuwigheid zullen wij een bron van vreugde voor Hem zijn.

Wat een wonder van genade! Dat is toch niet te begrijpen? Dat Hij een Bron, ja, dé Bron van vreugde voor ons is, dat is begrijpelijk en vanzelfsprekend. Maar dat Hij omgekeerd ‘verzadigd’ wordt door het zien naar ons, dat zal altijd een heerlijk raadsel blijven.

We mogen Hem prijzen en danken voor de “moeitevolle inspanning van Zijn ziel”, voor het werk dat Hij daarvoor op Golgotha verrichtte.




Lees meer »

Zaterdag 15 november

Toen bad Jona tot de HEERE, zijn God, vanuit het binnenste van de vis. Hij zei: Ik riep uit mijn benauwdheid tot de HEERE en Hij antwoordde mij.

Jona 2 vers 1 en 2

 

De sleepboot Jascon-4 raakte voor de kust van Nigeria in zwaar weer, kapseisde en zonk. Zestig uur later ging een duiker het wrak binnen, op dertig meter diepte, en trof daar de kok aan, levend en wel. Harrison Okenezat in de hut van de tweede machinist in een luchtbel. Hij overleefde op een blik sardientjes en een fles cola. Hij had gebeden – en hij was wonderlijk verhoord.

Jona was ongehoorzaam en raakte daardoor zwaar in de problemen. Pas toen hij overboord gezwiept en door de vis opgeslokt was, begon hij te bidden – en toen verhoorde God hem ook nog!

De rover aan het kruis had z’n hele leven aan één stuk door gezondigd, maar toen hij de Heere Jezus om genade vroeg, werd hij aangenomen.

Als nu een mens zich tot God bekeert en zijn zonden belijdt, aarzelt God evenmin, maar neemt hem aan. God staat als het ware op de uitkijk of iemand zich omdraait en tot Hem komt. Dan opent Hij Zijn armen!




Lees meer »