Zondag 14 december
Nadat Hij hen rondom toornig aangekeken had, tegelijk bedroefd over de verharding van hun hart, zei Hij tegen de man: Steek uw hand uit.
Markus 3 vers 5
De farizeeën loerden op de Heere Jezus. Het was sabbat, dan mocht je niet werken. En daar was een man met een verschrompelde hand. Zou Hij hem genezen? Dan konden ze Hem aanklagen! Ze lieten de verdorvenheid van hun hart wel heel duidelijk zien.
De Heiland is zó goed, vol liefde en barmhartigheid. Zou het tegen de wil van God zijn om goed te doen? Het lot van die arme man raakte de godsdienstige huichelaars niet in het minst. Ze zochten alleen een mogelijkheid om de Heere Jezus uit de weg te ruimen. Daarom keek Hij Zijn tegenstanders toornig aan. Hoe konden ze zó slecht zijn!
Tegelijk was Hij diep bedroefd. Hoe konden ze zó verhard zijn! Hij was toch ook uit liefde tot hen gekomen. Hij wilde ook hen zegenen. En dan zo’n vijandschap, zo’n haat!
Daaronder heeft de Heiland zwaar geleden. Hij zocht het goede voor hen, maar zij sloten zich daarvoor volledig af. Dat deed Hem pijn. Toch ging Hij naar het kruis, zodat de weg tot het heil geopend werd!