Uit 'Het Rechte Spoor'


Zondag 9 november

Simon Petrus dan kwam en volgde hem, en ging het graf wel binnen en zag de doeken liggen. En de zweetdoek, die op Zijn hoofd geweest was, zag hij niet bij de doeken liggen maar afzonderlijk, opgerold, op een andere plaats.

Johannes 20 vers 6 en 7

 

Hoewel Petrus en Johannes het graf van de Heere Jezus leeg aantroffen, geloofden zij nog niet dat Hij was opgestaan.

De doeken waarin het lichaam van de Heiland was gewikkeld, lagen er; het lichaam zelf was weg. Eén ding viel in het bijzonder op: de zweetdoek lag op een aparte plek. Daardoor werd er de aandacht op gevestigd. En hij was opgerold. Dat betekende: het werk was af.

Een zweetdoek werd over het voorhoofd gebonden. Die verhinderde dat het zweet in de ogen liep. Maar het verzoeningswerk was voltooid. De Verlosser had aan het kruis geroepen: “Het is volbracht!”

De Heere Jezus was uit de dood opgewekt. Hij kon terugkeren naar Zijn God en Vader, naar de hemel. Daar kon Hij gaan zitten, in rust, in de wetenschap dat Hij alles had gedaan wat de Vader Hem had opgedragen.




Lees meer »

Zaterdag 8 november

O rechtvaardige God, Die harten en nieren beproeft.

Psalm 7 vers 10

 

Het is vandaag precies 130 jaar geleden: toen ontdekte Wilhelm Röntgen de röntgenstraling. Later bleek wel dat te lange blootstelling aan die straling niet echt gezond is, maar nog steeds wordt er dankbaar gebruik van gemaakt. Je kijkt als het ware dwars door iemand heen.

Gelukkig kunnen artsen dan niet zien wat je denkt en wat er in je hart leeft. Want vaak zijn we maar al te blij dat niemand dat weet. God weet het wel. Hij is de Alwetende. Hij beproeft harten en nieren. Dat is een vorm van beeldspraak. David brengt daarmee tot uitdrukking dat voor de Schepper niets verborgen is.

Naar mensen toe lukt het ons soms wel om een mooie schijn hoog te houden. God prikt daar doorheen. Hij kent de overleggingen en motieven in ons hart. Hoe vaak leven daar niet trots, hebzucht, hartstocht, eigenwil, bitterheid, jaloezie en wat al niet meer?

Dat wij zó zijn, was voor God geen verhindering om Zijn eigen Zoon voor ons naar het kruis te zenden. Nee, dat was juist de oorzaak. Op Golgotha onderging de Heere Jezus voor dat alles het oordeel van God. Nu zijn we gereinigd en gerechtvaardigd in Zijn oog!




Lees meer »

Vrijdag 7 november

Mijn Liefste is van mij en ik ben van Hem, Die de kudde weidt tussen de lelies.

Hooglied 2 vers 16

 

Gelovige christenen mogen dat van de Heere Jezus Christus zeggen: “Mijn Liefste is van mij!” Dat is geen aanmatiging. De Bijbel geeft ons die vrijheid.

In de bekende Psalm 23 begint David te zeggen dat de HEERE zíjn Herder is. En Job betuigde dat hij wist dat zíjn Verlosser leefde.

Wie door God is verlost en de Heere Jezus liefheeft, mag het weten: Jezus Christus is zijn Heiland en zijn Meester geworden!

Hoe komt het dat wij Hem kunnen liefhebben? Omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. Eraan te denken dat Hij aan het kruis van Golgotha voor ons in de dood is gegaan, roept onze wederliefde op. Door gehoorzaam Zijn wil te doen, tonen we die.

We mogen het ook betuigen: “Ik ben van Hem!” We zijn het eigendom van Hem Die ons met Zijn kostbare bloed heeft gekocht. Tot in eeuwigheid zullen we Zijn eigendom blijven.

Laten we nooit vergeten dat we niemand anders toebehoren! Híj is onze Meester; daarom wensen we Hem alleen te volgen.




Lees meer »

Donderdag 6 november

Wij hebben niets de wereld ingedragen, het is duidelijk dat wij ook niets daaruit kunnen wegdragen.

1 Timotheüs 6 vers 7

 

De gemiddelde Nederlander houdt aan het einde van zijn leven aardig wat geld over. Op zijn sterfdag hebben zijn bezittingen, vooral het huis en de auto, nog een waarde van 184.000 euro. Z’n bankrekening, waardepapieren en andere potjes leveren ook nog 77.000 euro op. Dit is het gemiddelde, velen hebben ook zo goed als niets. Maar al heb je miljoenen, je kunt ze niet meenemen.

Wie overlijdt, komt voor God te staan zoals hij is. Aardse rijkdom blijft achter. Titels en diploma’s tellen niet. De grote vraag is of we van onze zonden zijn verlost door het geloof in de Heere Jezus.

Het is heel duidelijk: wie zich niet tot God bekeerd en in Jezus Christus heeft geloofd, draagt zijn zonden nog bij zich. Hij moet daarvoor dan voor eeuwig veroordeeld worden. – Maar wie wél met berouw over zijn zonden tot God is gegaan en zijn vertrouwen op de Heere Jezus en Zijn kruis heeft gesteld, is van z’n zonden verlost. Hij is gerechtvaardigd en mag stralend van geluk de hemel binnengaan.




Lees meer »

Woensdag 5 november

Trots komt vóór de ondergang, en hoogmoed komt vóór de val.

Spreuken 16 vers 18

 

Wie valt, kan raar terechtkomen. Iedere vier minuten belandt een 65-plusser na een val op de Spoedeisende Hulp. Het letsel is vaak ernstig. Zelfs in ons kleine landje overlijden er al per jaar ruim 6.000 mensen aan. Driekwart van hen is ouder dan tachtig jaar. Het aantal van zulke sterfgevallen zit in de lift, natuurlijk door de vergrijzing.

Toen Eva als eerste mens in de zonde viel, was hoogmoed de oorzaak: ze wilde worden als God. Toen de satan zondigde, was dat door dezelfde oorzaak: hij wilde zijn troon naast die van God zetten.

De mens viel niet alleen in de zonde, maar daarna viel hij ook diep door het oordeel van God. Hij was vanaf dat moment dood in zijn overtredingen, verblind en verduisterd in zijn verstand, voor eeuwig veroordeeld, machteloos, niet in staat zichzelf te verlossen uit de diepe put van z’n ellende.

Wat een genade dat God Zijn eigen Zoon heeft gezonden. De Heere Jezus daalde tot ons neer, oneindig diep. Hij verloste ons allen die in Hem geloven, en verhief ons tot kinderen van God.




Lees meer »

Dinsdag 4 november

Wat klaagt dan een mens die leeft? Laat ieder klagen over zijn zonden!

Klaagliederen 3 vers 39

 

Er wordt heel wat geklaagd en gemopperd. De ontevredenheid over van alles en nog wat lijkt wel steeds groter te worden. We weten altijd wel iemand die ons niet netjes heeft behandeld. Wie kreunt over gestegen prijzen en commentaar heeft op de plaatselijke of landelijke overheid, krijgt geheid bijval.

Het ergste is als mensen boos worden op de hemel en de Schepper verantwoordelijk stellen voor al het leed en de ellende. ‘Als er een God is, waarom laat Hij dat dan toe?’ De brutaliteit!

We hebben helemaal geen recht om te klagen. En áls een mens klagen wil, moet hij als eerste klagen over zijn zonden. Niet over de vermeende zonden of misschien ook werkelijke zonden van anderen, maar over zijn eigen zonden. Díe vormen in werkelijkheid de grootste nood. Ze beroven ons van innerlijke vrede met God. Ze maken ongelukkig. En ze bezorgen ons het eeuwige oordeel.

Wie met díe klacht tot God gaat, ontvangt vergeving. Zo kun je een gelukkig en tevreden mens worden!




Lees meer »